Activisten schrijven de toenemende aanvallen op LHBTI-mensen toe aan de verspreiding van haatdragende taal door politici en religieuze leiders, en de instrumentalisering van LHBTI-kwesties door politici.

Het rapport beschrijft een jaar van “met voorbedachten rade en wrede aanvallen” die plaatsvonden “na toenemende en wijdverspreide haatzaaiende uitlatingen door politici, religieuze leiders, rechtse organisaties en media-experts”, dit alles maakte 2022 het meest gewelddadige jaar ooit tegen LGBTI-mensen. . .

Bij twee aanslagen op LHBTI-bars in Noorwegen en Slowakije vorig jaar vielen vier doden en 22 gewonden. Zelfmoordgevallen zijn ook toegenomen.

Katrin Hugendubel, de belangenbehartigingsdirecteur van ILGA-Europe, vertelde verslaggevers in Brussel op maandag dat de escalatie van geweld zich niet alleen in “een paar slechte landen of regio’s” voordeed, maar over het hele continent.

Aanzetten tot haat tegen anti-LHBTI’s door politici werden gemeld in 24 landen, waaronder Oostenrijk, België, Finland, Denemarken en Nederland.

“Haatdragende taal in al zijn vormen vertaalt zich in daadwerkelijk fysiek geweld”, waarschuwde Evelyne Paradis, uitvoerend directeur van ILGA-Europe.

Volgens het rapport nemen haatmisdrijven tegen LHBTI toe in Frankrijk, Duitsland, Hongarije, IJsland, Ierland, Montenegro, Nederland, Portugal, Roemenië, Rusland, Servië, Spanje, Zwitserland, Turkije, Oekraïne en het VK.

“Antipathie jegens LHBTI-mensen is aangemoedigd en vervolgens uitgebuit voor politiek gewin”, aldus ILGA-Europe, een overkoepelende organisatie van meer dan 600 organisaties uit 54 landen in Europa en Centraal-Azië.

Het rapport identificeerde onderwijs als een “groeiend slagveld” in de strijd tegen LHBTI-mensen en -rechten. De extreemrechtse premier van Italië, Giorgia Meloni, heeft gepleit voor een verbod op seksuele voorlichting op scholen en de uitsluiting van LHBT’s in kinderboeken.

Aan de positieve kant vond het rapport een groeiend draagvlak onder het publiek voor LHBTI’s.

In Hongarije bijvoorbeeld beschouwen de meeste Hongaren, ondanks pogingen om te profiteren van anti-LGBTI-sentimenten door de regering van premier Viktor Orbán, “homoseksuele propaganda” niet als een groot probleem.

Onder verwijzing naar enkele positieve trends, merkte het rapport op dat Cyprus, Ierland en Litouwen het verbod hebben opgeheven voor mannen die seks hebben met mannen om bloed te doneren.

Voorstanders benadrukten de noodzaak van beter leiderschap dat het escalerende geweld tegen LHBTI’s kan beheersen.

“Onze leiders moeten manieren vinden om de opkomst van haatspraak proactief tegen te gaan, in plaats van zich in een positie te bevinden waarin ze moeten reageren op de gevolgen”, zei Paradis.