Vanaf juni 2020 was iedereen in België niet op de hoogte van hun bestaan. Ze hebben inderdaad nooit iets gezegd over hun tragische lot. Tot deze zevenjarige besluit een advocaat te ontmoeten en hem over hun benarde situatie te vertellen, mensen van gemengd ras die in Congo zijn geboren uit een zwarte moeder en een blanke vader.
Donderdag 14 oktober zetten Simone Ngalula, Léa Tavares, Monique Bitu Bingi, Noëlle Verbeken en Marie-José Loshi een nieuwe stap, in de hoop dat de burgerlijke rechtbank in Brussel zal erkennen dat de Belgische staat zich schuldig heeft gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid door ze van hun moeder te verwijderen, te beweren dat ze zijn geboren uit onbekende vaders, en hen vervolgens alles te ontnemen, inclusief echte identiteiten en nationaliteiten. Koloniaal recht, ongeschreven maar van kracht sinds het begin van de 20e eeuwe eeuw verbood blanken in Congo, Rwanda en Burundi in principe om kinderen te krijgen met een zwarte vrouw, vanwege de pijn van uitzetting.
“God schiep de mens, wit of zwart; het was de duivel die de helft van het nageslacht schiep” : dit is een van de dingen die Simone en haar vier metgezellen als jonge kinderen leerden en die zogenaamd een bedreiging vormden voor de koloniale macht, het blanke ras en de sociale vrede. Net als andere kinderen werden ze automatisch geplaatst in een Belgische religieuze congregatie in Congo, om ze te vermijden. “Een nikker lot”.
goedkope arbeid
De vijf kleine meisjes werden naar Katende, Kasai, soms honderden kilometers van hun geboorteplaats gestuurd. Nauwelijks gevoed, zonder zeep en toiletpapier, zonder schoenen en dekens, zullen ze ook goedkope arbeidskrachten worden voor de religieuzen die verantwoordelijk zijn voor hun evangelisatie.
Toen het land in 1960 onafhankelijk werd, werden ze volledig verlaten: VN-troepen arriveerden in hun instelling, maar evacueerden alleen Belgische priesters en nonnen. De vijf kleine meisjes woonden daar met ongeveer vijftig andere mensen, gedwongen om voor zichzelf te zorgen in de bush om te overleven. Tot het rebellenleger arriveerde en hen aanviel. Halfbloeden zijn ook doelwit van zwarte vijandigheid.
Kleine meisjes wordt ook geleerd dat de Belgische staat hun echte “vader” en koningin, hun “meter” is. Toen ze in België aankwamen, meestal in de jaren 70, schreven ze brieven aan koningin Fabiola, de echtgenote van koning Boudewijn. De koninklijke hofdienst deelde hen mee dat ze zich moesten inschrijven voor de bijstand. Wat betreft “papa”, de staat, die ze uiteindelijk hebben toegewezen, bereidt hij zich voor om via zijn advocaat om bewijs te vragen dat hij een misdaad heeft begaan, zelfs een misdaad. De regels en gebruiken van die tijd kunnen niet worden gelezen in het licht van de opvattingen en gevoeligheden van de moderne tijd, zeggen verdedigers van de Belgische staat.
Je hebt 54,41% van dit artikel om te lezen. De rest is alleen voor de klant.
“Certified introvert. Devoted internet fanatic. Subtly charming troublemaker. Thinker.”