Deze studie benadrukt voor het eerst het risico op deprivatie bij kinderen, afhankelijk van de burgerlijke staat, en vooral bij kinderen van wie de ouders gescheiden wonen – een kwart van alle kinderen tussen 0 en 17 jaar. Twee derde van deze kinderen woont of woont uitsluitend bij hun moeder. Over het algemeen worden kinderen die bij alleenstaande ouders wonen (die geen nieuwe relatie hebben) meer getroffen door deprivatie. Dit risico is vier keer hoger bij kinderen die bij alleenstaande moeders wonen. Voor kinderen met alleenstaande vaders was het risico slechts 2,5 keer hoger.
Moeders die het (vrijwel) uitsluitende gezag over hun kinderen hebben, ervaren verschillende vormen van onzekerheid, waardoor het risico op deprivatie van hun kinderen toeneemt. 80% van deze moeders werkt parttime, is op zoek naar werk of is werkloos. Hun inkomen is daardoor lager, terwijl de kosten voor het organiseren van een gezin en de zorg voor kinderen hoger zijn. Bovendien krijgt 61% van de alleenstaande moeders geen steun van hun ex-partner.
Kinderarmoede blijft een zorgwekkende maar vermijdbare realiteit: het introduceren en versterken van gerichte maatregelen kan de vicieuze cirkel van armoede helpen doorbreken. In dit opzicht biedt deze studie een aantal nuttige sleutels om te begrijpen voor beleidsmakers die effectieve structurele maatregelen willen nemen om dit probleem aan te pakken.
(Bron: Koning Boudewijnstichting)
“Hipstervriendelijke maker. Muziekgoeroe. Trotse student. Baconfan. Gepassioneerde webliefhebber. Socialmediaspecialist. Gamer.”