Overweeg om de journalistiek MIT Technology Review te ondersteunen: klant worden.
Uiteindelijk hopen de oprichters van Zwift dat deze nieuwe vorm van competitief fietsen ooit op de Olympische Spelen zal verschijnen – wat zou kunnen zijn als de Olympische wielerorganisatie, UCI, haar steun verleent. De zaken gaan waarschijnlijk al in die richting. Afgelopen juni maakte Zwift zijn debuut in een nieuw evenement genaamd de Olympic Virtual Series, opgericht door het Internationaal Olympisch Comité. En een van de verschillen tussen e-cycling en andere elite baanevenementen is dat het voor iedereen relatief eenvoudig is om eraan deel te nemen.
“Iedereen, waar ook ter wereld, kan vanuit het comfort van hun eigen huis het toelatingsproces doorlopen”, zegt Sean Parry, strategisch directeur van Zwift.
Werken door de gelederen
Zo heeft Easler de knoop doorgehakt. Hij haalde het niet tijdens de kwalificatierondes die openstonden voor gebruikers in heel Amerika, maar bereikte het Amerikaanse nationale team via een apart kwalificatieproces. Hij is geen absolute beginner, aangezien hij als student aan triatlons heeft deelgenomen. Maar virtueel racen is niet minder spannend dan buitenevenementen. “Je voelt de adrenaline”, zegt Easler. “Je weet dat je het in het echte leven opneemt tegen mensen die echt sterk zijn.”
Easler en zijn mede-wereldkampioenschappen krijgen allemaal dezelfde slimme trainer – een apparaat dat het achterwiel van een hometrainer vervangt – zodat ze kunnen strijden op een gelijk virtueel speelveld. De slimme trainer verhoogt of verlaagt automatisch de weerstand om te passen bij het gevoel van het virtuele wegdek op de Zwift-baan. Het is zelfs mogelijk om een rotsachtige weg te simuleren.
Gegevens spelen een grote rol op platforms zoals Zwift, en rijders hebben de neiging om hun prestaties constant te controleren. Hun hartslag, snelheid en vermogen in watt, naast andere statistieken, zijn tijdens de race te allen tijde zichtbaar op het scherm. Commentatoren kunnen live op sommige van deze statistieken stemmen, om kijkers te laten zien hoe hard individuele concurrenten werken.
Easler wist bijvoorbeeld dat hij zijn hartslag (gemeten in slagen per minuut) onder een bepaald niveau moest houden om crashen te voorkomen. “Ik zou kunnen herstellen als mijn hartslag 185 zou worden, maar als ik 195 zou raken, zou ik het niet kunnen”, zei hij. Door zijn nummer op het scherm te volgen, kan hij dichter bij zijn limiet komen zonder deze te overschrijden, en hij zegt dat hij in de loop van de tijd beter is geworden.
Dankzij realtime gegevens over de prestaties van elke rijder kunnen Zwift- en UCI-officials mogelijk bedrog in het kampioenschap opmerken. Onsportieve concurrenten kunnen verschillende trucs gebruiken – van liegen over hun gewicht, wat hen een krachtvoordeel kan geven, tot proberen het spel te bedriegen.
“Certified introvert. Devoted internet fanatic. Subtly charming troublemaker. Thinker.”