In Groot-Brittannië moesten grote bedrijven deze week voor het eerst hun loonkloof tussen mannen en vrouwen bekendmaken. Maar bij de Channel-zender in België is transparantie over hoeveel mannen en vrouwen betaald worden al jaren de norm.
België heeft een van de laagste loonverschillen tussen mannen en vrouwen in Europa en de OESO, en verslaat landen met een betere reputatie op het gebied van gendergelijkheid in de wereld, zoals Zweden, Noorwegen en IJsland.
Uit de laatste cijfers van de OESO uit 2017 blijkt dat het gemiddelde maandloon van Belgische mannen 3,3 procent hoger ligt dan dat van Belgische vrouwen – vergeleken met een gemiddeld verschil in de Europese Unie van 19,2 procent. In de publieke sector krijgen vrouwen feitelijk meer betaald per uur.
De lonen in België zijn niet altijd gelijk geweest – de kloof is de afgelopen jaren snel kleiner geworden – van 13,6 procent in 2000, 11,5 procent in 2005 en 7 procent in 2010. De beweging naar gelijke beloning is al tientallen jaren een bewuste actie van het overheidsbeleid. en Wat vooruitgang gemakkelijker maakt, is het hebben van een van de hoogste en groeiende niveaus van vakbondslidmaatschap in Europa.
Ongeveer 55 procent van de Belgische werknemers is lid van een vakbond, maar naar schatting 96 procent van de werknemers wordt beschermd door de collectieve arbeidsovereenkomsten die zij ondertekenen. Dit betekent dat er, in plaats van dat u individueel met uw baas over uw salaris onderhandelt, een afgesproken raamwerk bestaat over wie betaald krijgt op basis van wat hij of zij doet. Loonstijgingen worden ook geïndexeerd aan de kosten van levensonderhoud, zodat werknemers niet actief om loonsverhoging hoeven te vragen om maar te blijven zitten.
Als resultaat van deze loonvormingsaanpak worden de lonen van bijna alle werknemers bepaald op basis van collectieve overeenkomsten, die ongeacht geslacht van toepassing zijn en vrouwen niet discrimineren. Een strikter raamwerk voor het vaststellen van de lonen maakt het feitelijk onmogelijk dat vrouwen minder betaald krijgen voor hetzelfde werk.
“België is uniek in zijn veelomvattende collectieve loonvorming”, zeggen economen Ive Marx en Lien Van Cant van de Universiteit Antwerpen in een paper waarin zij de kloof onderzoeken, en voegen eraan toe dat “er een duidelijk verband kan worden gelegd met de vakbondsvertegenwoordiging” en de heersende loonkloof. lager. .
“De Belgische ervaring biedt een krachtig tegengif voor de opvatting dat groeiende ongelijkheid onvermijdelijk is in de ontwikkelde landen.”
Maar hoewel wijdverbreide collectieve onderhandelingen over lonen de Belgische vrouwen waarschijnlijk dichter bij een gelijke beloning hebben gebracht, is de regering ook een stap verder gegaan.
In 2012 vereisten nieuwe wetten dat er specifiek rekening gehouden moest worden met de loonverschillen tussen mannen en vrouwen wanneer vakbonden en werkgevers over hun loonovereenkomsten onderhandelden. De wet vereist ook dat de Federale Arbeidsdienst (SPF) functieclassificaties onderzoekt en ondertekent op basis van hun genderneutraliteit.
De regels die bedrijven verplichten de loonverschillen tussen mannen en vrouwen openbaar te maken – die enkele jaren eerder zijn ingevoerd dan in Groot-Brittannië – zijn ook strenger. Hier moeten bedrijven met meer dan 50 werknemers elke twee jaar rapporteren; in Groot-Brittannië moeten alleen grote bedrijven met 250 werknemers hieraan voldoen.
De resultaten van dit beleid zijn bewezen, ook al is de kloof nog niet geheel verdwenen. De resterende loonkloof wordt vaak toegeschreven aan de financiële en verzekeringssector – de best betaalde sectoren in de Belgische economie – die doorgaans worden gedomineerd door mannen, vooral op de hoogste niveaus, waar sprake is van een glazen plafond.
“Hoewel België een relatief kleine loonkloof kent in vergelijking met andere EU-landen, is deze kloof bijzonder groot, aangezien gelijke beloning al jaren centraal staat in het werkgelegenheids- en gelijkheidsbeleid”, zegt dr. Hildegard Van Hove van het Instituut voor de Gezondheidszorg. Gelijkheid van vrouwen en mannen schreef in een paper. Hij zei ook dat de “collectief gereguleerde loonvormingsmechanismen” van België relevant waren voor het begrijpen van de geboekte vooruitgang.
Groot-Brittannië blijft ver achter bij zijn buurlanden, waarbij de loonkloof volgens de laatste cijfers 9 procent bedraagt. Het Britse loonbeleid geeft de regering minder macht om dit te doen: nu de Britse vakbonden bijna volledig in de publieke sector zitten en de meeste werknemers geen collectieve arbeidsovereenkomsten meer hebben, kan het veel moeilijker zijn om gendergelijkheid te bereiken.
Ook in België is het werk nog niet gedaan, omdat vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in het management en de neiging hebben om in deeltijd te werken. Maar de les uit Brussel kan zijn dat als je de loonkloof tussen mannen en vrouwen wilt dichten, je lid moet worden van een vakbond.
“Valt vaak naar beneden. Algemene tv-fan. Ongeneeslijke zombie-fan. Subtiel charmante probleemoplosser. Amateur-ontdekkingsreiziger.”