In de donkerste hoek van dit prachtige museum dat eruitziet als een neoklassiek paleis, bevindt zich een niet zo geheime kamer.
Het museum staat vol met beelden van Congolezen, die als racistisch worden beschouwd en die ooit deel uitmaakten van de permanente tentoonstelling.
Schoolkinderen op een educatieve tocht liepen langs Luipaardmannen, mannen met speren en bijna naakte vrouwen.
Dit is Afrikaans Museum in Tervuren, buiten Brussel, en tot op de dag van vandaag maken de beelden deel uit van een permanente tentoonstelling.
Na jaren van harde kritiek nationaal en internationaal, werkt het museum samen met een groep experts uit de Afrikaanse diaspora in België om de controversiële beelden die tentoongesteld worden te heroverwegen.
Koloniale geschiedenis
Het museum begon toen koning Leopold II de Internationale Tentoonstelling van 1897 hield. Als onderdeel van de tentoonstelling werden 267 Congolese mannen, vrouwen en kinderen met geweld naar België gebracht en aan het publiek tentoongesteld in omheinde nepdorpen op de plek van het museum. sta nu op.
Toen België in de 19e eeuw onafhankelijk werd van Nederland, was de ‘strijd om Afrika’ van de westerse landen in volle gang. Koning Leopold II wilde zijn eigen deel van het continent, maar zonder overheidssteun moest hij investeerders en het publiek voor zich winnen.
De ‘menselijke dierentuin’ was een instrument om bezoekers ervan te overtuigen dat België de plicht had om beschaving en christendom naar het Afrikaanse land te brengen. De tentoonstelling was een groot succes en begon de lange en gewelddadige geschiedenis van België in Congo.
Snel vooruit naar het heden en het museum is nu 125 jaar oud. Het is vijf jaar geleden dat het museum een grote renovatie onderging, waarbij problematische beelden werden verwijderd en labels op voorwerpen werden gewijzigd die negatieve stereotypen over Afrika creëerden.
Guido Gryseels was tot zijn pensionering eerder dit jaar, op 70-jarige leeftijd, directeur van het museum en was grotendeels verantwoordelijk voor het inluiden van de verandering.
De bezoekersaantallen zijn sinds de renovatie toegenomen, maar sommigen in de Afrikaanse diaspora zijn van mening dat er meer kan worden gedaan en dat de beelden volledig moeten worden verwijderd. Anderen zeggen dat het museum niet langer zou moeten bestaan omdat de historische tentoonstellingen Afrikanen als primitief afschilderen.
Het museum zegt dat het het verleden niet kan veranderen, maar wil graag zijn steentje bijdragen aan een betere toekomst.
“We realiseerden ons dat de meeste kinderen Afrika voor het eerst leren kennen door een bezoek aan dit museum, of ze nu met school komen of met hun ouders”, zegt de heer. Gryseels vertelde de BBC.
“Honderd jaar lang was de indruk feitelijk een stereotype, dat Afrika goed was in het leveren van natuur en wij goed in het leveren van cultuur. Van stereotypen krijg je vooroordelen en van vooroordelen krijg je een zekere mate van racisme.”
Toen dhr. Gryseels in 2001 bij het museum kwam, bleek uit een onderzoek dat 95% van de Belgen de kolonisatie een goede zaak vond. In 2022 werd het onderzoek opnieuw uitgevoerd en daalde het aantal naar 35%.
Er wordt gewerkt
Ondanks de inspanningen van het museum blijven delen van de geschiedenis onverteld. In het prachtige ronde atrium genaamd de Rotunda hangen kleurrijke gordijnen rond de muren.
Achter hem zie je meer dan levensgrote beelden met bijpassende Franse inscripties zoals “La Belgique apportant la civilisation au Congo”, wat betekent “België bracht de beschaving naar Congo”.
“België brengt veiligheid in Congo” staat op een plaquette onder een beeld van een gouden godin met een Congolees kind aan haar voeten. Afbeeldingen die het verhaal tegenspreken tonen een gewapende Belgische soldaat die een machinegeweer vasthoudt. Een ander beeld toont een Congolese man die worstelt met een slang.
“Hier zie je dat het beeld zwart is en het andere van goud, omdat goud als superieur en heiliger wordt gezien, maar dit is voor iemand die inferieur is”, legt Marie-Reine Iyumva, medewerker van het Afrikaans Museum, uit.
Hij maakt deel uit van een nieuwe generatie medewerkers met een Afrikaanse achtergrond die specifiek is ingeschakeld om verandering te helpen bewerkstelligen en context te bieden.
Mevrouw Iyumva zei dat hun werk niet zo eenvoudig was als het verwijderen of vervangen van items die als problematisch werden beschouwd.
“Het gebouw is beschermd, het maakt deel uit van het Cultureel Erfgoed van Vlaanderen, dus we mochten niets aanraken aan de muren van het gebouw. Wat we dus deden, was hedendaagse kunstenaars de opdracht geven om hun alternatieve interpretaties te presenteren.”
Het antwoord lijkt te liggen in het onderwijs. Een bezoek aan het Afrikaans Museum maakt geen deel uit van het nationale curriculum en rondleidingen zijn afhankelijk van het oordeel van de leraar.
Doordeweeks zijn het echter druk met bezoekende schoolgroepen die rondleidingen krijgen in het Frans, Nederlands, Engels en Duits. De nadruk ligt vooral op workshops en open discussies over het Belgische koloniale verleden en de rol van musea in de afgelopen eeuw.
Een jonge vrouwelijke studente gaf toe dat de ervaring een eye-opener was.
“Ik denk dat dit de eerste keer is dat we het echt hebben bestudeerd. Ik zou het niet doen als ik koningin van België was”, zei ze.
“Valt vaak naar beneden. Algemene tv-fan. Ongeneeslijke zombie-fan. Subtiel charmante probleemoplosser. Amateur-ontdekkingsreiziger.”