Eerste CO2-opslag start in Deense Noordzee | Economisch nieuws

De Deense kroonprins Frederik heeft groen licht gegeven voor de eerste opslag van koolstofdioxide op de zeebodem onder het Deense deel van de Noordzee. Zo’n 50 jaar na de start van de Deense olieproductie op dezelfde locatie, gaf de troonopvolger woensdag opdracht om te beginnen met opslag in het uitgeputte olieveld Nini West in de havenstad Esbjerg. In de pilootfase van het Greensand-project wordt begin april tot 15.000 ton vloeibare CO2 vanuit België naar een diepte van 1.800 meter gepompt. Het consortium van betrokken bedrijven hoopt dat politici ook in Duitsland een wettelijk kader voor de technologie zullen creëren.

“Een nieuw hoofdstuk voor de Noordzee”

“Vandaag openen we een nieuw hoofdstuk voor de Noordzee, het groene hoofdstuk”, aldus Frederik. Vervolgens maakte hij via een videoverbinding verbinding met een team bij een olieveld 200 kilometer verderop, dat op zijn bevel met opslag begon.

De technologie erachter heet Carbon Capture and Storage, of kortweg CCS. Tijdens industriële processen wordt CO2 afgevangen, naar ondergrondse opslagfaciliteiten gebracht en daar opgeslagen.

Op Greensand werken een consortium onder leiding van BASF-dochter Wintershall Dea en het Britse chemiebedrijf Ineos samen. Volgens Wintershall is dit ’s werelds eerste grensoverschrijdende offshore CO2-opslagfaciliteit met als expliciet doel de klimaatverandering tegen te gaan.

“Project Greensand is een mijlpaal in de ontwikkeling van CCS-infrastructuur in heel Europa en dus voor klimaatbescherming”, aldus Wintershall Dea-baas Mario Mehren. “We hebben aangetoond dat het mogelijk is om CO2 veilig en betrouwbaar over de landsgrenzen heen te vervoeren en op te slaan en dat het kan bijdragen aan een koolstofarme toekomst in de nabije toekomst.” De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, maakte ook positieve opmerkingen in een videoboodschap. “Dit is een mooi moment voor een groene transitie in Europa.”

De overeenkomst met België maakt het transport van CO2 naar Denemarken mogelijk

Denemarken heeft onlangs de eerste vergunningen afgegeven aan bedrijven om op grotere schaal CO2 onder de Noordzee op te slaan. Een van hen ging naar Wintershall Dea en Ineos. Een bilateraal akkoord met België laat toe om CO2 naar Denemarken te vervoeren. Het consortium hoopt dat politici hiervoor ook in andere landen – vooral in Duitsland – een wettelijk kader gaan scheppen.

“Enerzijds hebben we in Duitsland een CO2-wet nodig die het transport en de export van CO2 mogelijk maakt. Idealiter zou het ook in Duitsland moeten worden opgeslagen’, zegt Mehren van het Duitse persbureau. “En dan hebben we bilaterale overeenkomsten tussen landen nodig om dit grensoverschrijdende transport mogelijk te maken.”

In Duitsland staat de wet de opslag van kooldioxide voor onderzoeks-, test- en demonstratiedoeleinden slechts in beperkte mate toe. De federale overheid wil hierin verandering brengen om de aanleg van CO2-trajecten te vergemakkelijken en ook om het CO2-gebruik te reguleren en belemmeringen voor de export ervan weg te nemen. Een belangrijk bestemmingsland voor de Duitse CO2-export is Noorwegen, waar eerder dit jaar minister van Economische Zaken Robert Habeck (Groenen) te gast was.

CCS-technologie als onderdeel van de Duitse klimaatstrategie

Het ministerie van Habeck vermeldt op zijn website al CCS-technologie als onderdeel van de Duitse klimaatstrategie: Duitsland wil in 2045 klimaatneutraal zijn, dat wil zeggen: het stoot niet meer broeikasgassen uit dan het meer kan binden. Het doel is om vanaf 2050 meer broeikasgassen uit de atmosfeer te halen dan we uitstoten. Om dit te laten werken, zei het ministerie dat afvang met later gebruik of opslag een optie zou kunnen zijn voor onvermijdelijke of moeilijk te vermijden CO2-emissies.

De Duitse Industriefederatie (BDI) vindt CCS en de daaraan nauw verwante CCU-technologie, die steunt op het hergebruik van CO2, zeer belangrijk. “Als Duitsland klimaatneutraliteit wil bereiken, kan dit alleen worden gedaan met behulp van de CCS- en CCU-processen”, zegt Holger Loesch, plaatsvervangend algemeen directeur van BDI. In het proces van bijvoorbeeld de cement- en kalkindustrie zijn emissies niet te vermijden.

CCS is controversieel onder milieugroeperingen en klimaatbeschermingsgroepen

Aan de andere kant is CCS controversieel onder milieugroeperingen en klimaatbeschermingsgroepen. Ze vrezen dat de technologie de ambitie voor klimaatbescherming en de uitbreiding van hernieuwbare energie zal temperen, en waarschuwen voor gevaren voor het milieu, bijvoorbeeld door kooldioxidelekkage.

“CCS is een schijnoplossing die niet duurzaam en ook niet emissievrij is”, zegt klimaatexpert Karsten Smid van Greenpeace. CO2-compressie in de Noordzee brengt een aanzienlijk risico met zich mee, bijvoorbeeld door lekkage. Gebruikte olievelden in de Noordzee zijn geen stortplaatsen voor CO2-afval, benadrukte Smid. Het klimaatprobleem kan alleen worden opgelost door de uitstoot drastisch aan de bron te verminderen.

Wintershall Dea-baas Mehren werpt tegen dat CCS een beproefde, veilige technologie is. De geologische constructie rond olie- en gasafzettingen heeft gedurende miljoenen jaren ook bewezen dat deze zeer dicht is. Tegelijkertijd besefte Wintershall Dea dat CCS geen wondermiddel was. “CCS is geen wondermiddel voor alles in de energietransitie”, zegt Hugo Dijkgraaf, verantwoordelijke CO2-management bij Wintershall Management Board. “Maar het is een heel belangrijk element voor de industriële sector, waar geen ander alternatief is.”

Mata Hari

"Koffie pionier. Analist. Algemene muzieknerd. Bacon maven. Toegewijde organisator. Ongeneeslijke internetninja. Ondernemer."

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *