De titel van de nieuwe film noir van de Belgische schrijver-regisseur Claude Schmitz, Andere Laurens (L’Autre Laurens), lijkt een voor de hand liggend eerbetoon Twee JakesJack Nicholson’s ietwat vergeten vervolg op de genreklassieker Roman Polanski, Chinatown.
Noch laatstgenoemde, noch existentiële neo-noirfilms uit de jaren zeventig zoals die van Robert Altman Lang vaarwel en het werk van Arthur Penn Nachtbeweging komt goed naar voren in Schmitz’ derde speelfilm, die een privédetective volgt die de dood van zijn tweelingbroer onderzoekt. Met in de hoofdrol de onweerstaanbare Olivier Rabourdin (ook in de wedstrijdtitel van Catherine Breillat in Cannes, Vorige zomer), Andere Laurens een charmant klein familiemysterie verweven vol stukjes duistere komedie en groteske (het is een Belgische film) en genoeg plot om het publiek twee uur lang geboeid te houden.
Andere Laurens
Onderstrepen
Vergeet het maar Laurens, het is Perpignan.
De eerste speelfilm van Schmitz, de kleine overvalfilm uit 2018 Auto wassen, waarbij een soortgelijke mix van misdaad en komedie wordt toegepast, die de regisseur (in samenwerking met co-schrijver Kostia Testut) hier voortbouwt op een ambitieuzer whodunit-sjabloon. Aan het begin van de film is Gabriel Laurens (Rabourdin) een PI gevestigd in Brussel, net als Jake Gittes in Chinatown, gespecialiseerd in overspelzaken. Hij woont alleen en ziet er zoals gewoonlijk uit, op bezoek bij zijn stervende moeder, die hem aanziet voor haar eeneiige tweelingbroer, François (opnieuw Rabourdin).
Wanneer de dochter van François, Jade (Louise Leroy), bij Gabriel opduikt en zegt dat haar vader is omgekomen bij een auto-ongeluk, raakt de rechercheur onvermijdelijk verwikkeld in een affaire waar hij niet bij betrokken wil zijn. De detective is al lang vervreemd van zijn tweelingbroer, een rijke vastgoedmagnaat die in een groots paleis buiten de Franse stad Perpignan, vlakbij de Spaanse grens, woont. Hij schiet zijn neef te hulp voordat hij de stad verlaat.
Natuurlijk gaan de dingen niet zoals gepland, terwijl Gabriël langzaam wordt meegezogen in de zeer duistere levensstijl van zijn overleden broer en het pad kruist met een hebzuchtige Amerikaanse vrouw (Kate Moran) die het geld wil aannemen en op de vlucht wil slaan. door een wispelturige Valéry (Marc Babré), en een drugsdeal loopt mis in Spanje.
Het duurt misschien te lang om het verhaal te ontrafelen, maar het zit ook vol hilarische stripverhalen, waarvan een groot deel afkomstig is van het stuntelige stel politie-onderzoekers (Rodolphe Burger, Francis Soetens) die ook bij de zaak zouden moeten zijn. Gabriel probeert ze te ontwijken en tegelijkertijd Jade te beschermen, hoewel het vaker wel dan niet lijkt alsof hij haar beschermt. Ze vormen een onwaarschijnlijk duo dat de detective dichter bij de broer brengt die hij plotseling uit zijn leven heeft verwijderd, waarbij een late uitleg de personages en hun langdurige vete extra kracht geeft.
Het beste deel tot nu toe Andere Laurens gaat over de spiegeling tussen de twee, waarbij Gabriël in de loop van de film langzaam transformeert in de dubbelganger die hij zo haat, de kleding van de doden draagt, in een primo-sportwagen rijdt en op een gegeven moment schaamteloos zijn identiteit aanneemt. Het is het perfecte concept voor film noir – een genre dat altijd de voorkeur heeft gegeven aan dubbele crossover of dubbele offset, en Schmitz blijft het verdubbelingsmotief herhalen totdat we niet meer weten welke broer of zus.
De uiterst platte humor van deze Belgische film is een verworven smaak, en ook hier had het misschien wat korter gekund. Maar uiteindelijk zijn we steeds meer gebonden aan Gabriëls zigzaggende zoektocht naar de waarheid, ook al is het niet meer duidelijk of de waarheid iets met zijn broer of met hemzelf te maken heeft. Op verschillende tijdstippen binnen Andere Laurensmensen verwarren hem met François of denken dat ze een geest hebben gezien, en we vragen ons af of we naar een film kijken over de wandelende doden of over de wandelende doden, en of het uiteindelijk hetzelfde is.
“Valt vaak naar beneden. Algemene tv-fan. Ongeneeslijke zombie-fan. Subtiel charmante probleemoplosser. Amateur-ontdekkingsreiziger.”