Frankrijk heeft een sterke verzorgingsstaat, maar tekortkomingen in het Franse zorgsysteem hebben sommige burgers ertoe gebracht zich in andere Europese landen te laten behandelen. 6.500 Franse burgers met een handicap zitten in Belgische instellingen wegens een gebrek aan geschikte structuren in Frankrijk. Dat aantal is gegroeid tot 8.500. De verhuizing van Frankrijk naar België brengt een breed scala aan handicaps met zich mee, waaronder geestelijke gezondheid en autisme.
Wallonië is een Franstalige regio in het zuiden van België. 8.233 Franse staatsburgers met een handicap wonen in daar gevestigde instellingen. Deze grensoverschrijdende aanwezigheid heeft een lange geschiedenis.
Voor Franse ouders is het plaatsen van hun kind in een Belgische instelling niet de enige optie die ze hebben. Frankrijk heeft een beperkt aantal structuren die zorg kunnen bieden aan kinderen en volwassenen met een handicap.
De situatie was vooral nijpend in de regio Île-de-France, die de Franse hoofdstad omringt. In 2019 documenteerde het departement Seine-Saint-Denis (dat deel uitmaakt van Île-de-France) 1.000 volwassenen en 400 kinderen zonder behandelingsoplossingen. Mensen met een of andere vorm van handicap of ernstige handicap worden waarschijnlijk door het systeem buitengesloten.
Ook Franse ouders wenden zich tot België vanwege de superieure kwaliteit en het aanbod van ondersteuning. Belgische scholen worden vaak gezien als diensten die beter zijn aangepast aan de ontwikkeling van personen met een handicap. De algemene perceptie bij ouders is dat het Belgische systeem voor kinderen meer nadruk legt op het educatieve aspect, terwijl het Franse systeem meer focust op de medische dimensie en daardoor minder efficiënt is in het stimuleren van de autonomie van het kind.
Belgische instellingen die Franse burgers ondersteunen, worden de facto gefinancierd door het Franse socialezekerheidsstelsel, dat de kosten voor deze diensten draagt. In combinatie met een grote vraag en goedkopere wettelijke vereisten heeft overheidsfinanciering geleid tot de ontwikkeling van instellingen aan de Belgische kant van de grens, zowel non-profit (vereniging) en for-profit (besloten vennootschap). De Belgische overheid noemt dit laatste “diensten goedgekeurd en gefinancierd door buitenlandse autoriteiten” (in het Frans, SAFAE) en de instellingen die ze leveren hebben een ander juridisch statuut dan gelijkaardige structuren in België.
De instelling in Wallonië die diensten verleent aan Franse burgers, bekend onder het Franse acroniem SAFAE, wordt gefinancierd door het Franse socialezekerheidsstelsel.
Hoe gezinnen deze omgeving ervaren, hangt af van variabelen zoals hun geografische nabijheid tot België, toegang tot vervoer, besteedbaar inkomen en hun eigen fitheid. Voor relatief welvarende inwoners van de regio Île-de-France zou plaatsing van hun kind in een Belgische instelling een reële oplossing kunnen zijn, terwijl het voor de meer welvarende huishoudens in Zuid-Frankrijk een veel moeilijkere keuze zou zijn.
Hoewel de meeste ouders relatief tevreden zijn over de zorg die in België wordt geboden, benadrukken sommige ouders nog steeds hoe afstand hun vermogen beïnvloedt om een gezinsleven met hun kind in het buitenland te onderhouden.
“Typische tv-ninja. Popcultuurliefhebber. Webexpert. Alcoholfan. Wannabe-analist. Algemene baconliefhebber.”