België leidt een historisch onderzoeksproject over de rol van koloniale autoriteiten in de manier waarop mensen van gemengd ras werden behandeld vóór de onafhankelijkheid in Centraal-Afrika. Dit volgt op een parlementaire resolutie (bekend als de “Métis”-resolutie”) van 2018 die specifiek de lancering van de eerste fase vanaf 1 september 2019 toestond. Maanden eerder bood premier Charles Michel namens de Belgische federale regering zelfs zijn excuses aan “ voor het lijden en het onrecht dat hem is aangedaan.” geleden door mensen van gemengde afkomst die in deze periode zijn geboren”.
“Wat er in het verleden met deze mensen en hun families is gebeurd, is volkomen oneerlijk. Ze hebben het recht om de waarheid te kennen. Met dit project wilden we familierelaties helpen herstellen en ervoor zorgen dat iedereen een beeld had van wat er werkelijk aan de hand was. Ik hoop dat dit initiatief hen daarbij kan ondersteunen”, aldus de Belgische minister voor Ontwikkelingssamenwerking en Grotestedenbeleid Meryame Kitir.
De eerste fase van het project, gepland voor 4 jaar vanaf september 2019, heeft tot doel alle mogelijke bronnen op te sommen voor het documenteren van de individuele en collectieve reis van Métis, en de mogelijkheid te bieden aan degenen die er toegang toe willen hebben. dossiers over hen, om hun reis en hun familiegeschiedenis te reconstrueren, zegt een persbericht van het Belgische Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Vrijdag is de tweede fase van het project van start gegaan. Het gaat om gedetailleerd historisch onderzoek naar de rol van autoriteit in de omgang met Métis. De resultaten zullen worden voorgelegd aan de DPR.
“Met de lancering van de tweede fase van het onderzoeksproject geven we gehoor aan de legitieme oproep van Métis, geboren in de context van het kolonialisme. Daarom zetten we de inzet van de regering voort om de werking van het collectieve geheugen te ondersteunen en tegelijkertijd de reconstructie van hun geschiedenis en individuele identiteiten te vergemakkelijken. Deze fase is een nieuwe belangrijke stap op weg naar een betere kennis van onze geschiedenis, waarmee de wil van het volk wordt afgesloten, gesterkt door het geweten van zijn verleden, en resoluut overgaat op een toekomst van tolerantie”, zei de Belgische vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken. Sophie Wilms Zaken.
Hetzelfde verhaal van de staatssecretaris die toezicht houdt op de Scientific Poitique Thomas Dermine.
“Ik ben ervan overtuigd dat de tweede fase van het project zal bijdragen aan een betere kennis en erkenning van dit pijnlijke en weinig bekende deel van de koloniale en postkoloniale geschiedenis. Het is belangrijk om op een professionele en humane manier te reageren op de legitieme eisen van Métis en hun begunstigden die hun persoonlijke geschiedenis en hun afkomst willen traceren. Ik wil het team van het Koninklijk Algemeen Archief dat verantwoordelijk is voor het project feliciteren”.
Lees ook: DRC-België: Beter dan restitutie, vooruitgang in de wederopbouw van Congo’s cultureel erfgoed – podcast
“Certified introvert. Devoted internet fanatic. Subtly charming troublemaker. Thinker.”