Geplaatst op 7 dec. 2021 om 10:15 uurBijgewerkt 7 dec. 2021 om 15:21
Zal België in een “prijs-loonspiraal” terechtkomen? Dat is de vrees van haar belangrijkste werkgeversorganisatie, het Belgische Verbond van Ondernemingen (FEB), die al tien dagen aan de bel trekt tegen de “verontrustende” inflatiecijfers.
Eind november bedroeg het volgens Statbel 5,6% over het jaar, voornamelijk gedreven door stijgende energieprijzen (oorspronkelijk 3,92 punten). De kerninflatie, exclusief energie en onbewerkte voedingsmiddelen, trok ook aan, nu op 2,14% voor het jaar.
elektriciteit
De loonwet van 1996, herzien in 2017, stelt in België een mechanisme in voor automatische indexering van de lonen aan het aandeel van de inflatie (met uitzondering van tabak, alcohol en benzine in het bijzonder). Met als gevolg de uitval van elektriciteit en stookolie in het bijzonder “Belgische bedrijven zullen de lonen binnen enkele maanden met 4,5% tot 5% moeten verhogen”, waarschuwt het VBO. In combinatie met een forse stijging van de intermediaire grondstofprijzen “zal deze indexering leiden tot een stijging van de prijzen van veel andere goederen”, waarschuwde de werkgever.
Hij riep sociale partners en regeringen op om “dringend na te denken over mogelijke stappen om deze helse spiraal te doorbreken”. VBO vraagt zich af of ‘België, kleine open economie, zich nog kan veroorloven’ […] het algemene systeem van automatische loonindexering te handhaven.
Gespannen sociaal klimaat
De aanval leidde tot protesten van vakbonden. ABVV, dat dominant is in Wallonië, waarschuwde dat “indexering enkel het behoud van de koopkracht verzekert”. Zijn leider, Thierry Bodson, waarschuwde dat “als we het aanraken, het een oorlogsverklaring zal zijn”. Hij zag op de stoep die door de ondernemer in het zwembad werd gegooid een manoeuvre om “te proberen de herwaarderingsformule te verzwakken”, legde hij uit.
De overheid heeft tot nu toe negatief gereageerd op werkgeversdruk. De vraag kan echter snel weer de kop opsteken in de complexe en fragiele coalitie onder leiding van Alexander de Croo. Sommigen komen in de verleiding om de automatische indexatie opnieuw te richten op lage en middenbetalers. Maar de Belgische uitvoerende macht moet het sociale klimaat in de gaten houden, dat gespannen is in een land dat geteisterd wordt door een gezondheidscrisis en waar vakbonden de escalerende aanval op het stakingsrecht aan de kaak stellen.
Dwangbuis
De ABVV en CSC (meerderheidsvakbond in Vlaanderen) demonstreerden maandag in Brussel voor koopkracht. In hun zoeker een ander centraal onderdeel van de wet van 1996: de “loonnorm”, die het mogelijke stijgingspercentage buiten de automatische indexering beperkt. Het is vastgesteld op 0,4% voor 2022. Deze norm, die in 2017 werd gewijzigd van “indicatief” naar “verplicht”, wordt berekend volgens de evolutie van de lonen in Frankrijk, Nederland en Duitsland, om het concurrentievermogen van België in vergelijking met zijn directe buren. “België heeft nu een inhaalslag gemaakt. Een dergelijke terughoudendheid is helemaal niet langer gerechtvaardigd”, zei Thierry Bodson.
Als reactie veroordeelde de VBO de “state shutdown” van maandag, die “het herstel alleen maar bemoeilijkt en niemand helpt”. Hij beschuldigde vakbonden ervan “de realiteit te negeren” door normen aan te vallen “die onze banen en ons concurrentievermogen beschermen”. Zowel in Vlaanderen als in Frankrijk spreken Belgische werkgevers en vakbonden niet meer dezelfde taal.
“Certified introvert. Devoted internet fanatic. Subtly charming troublemaker. Thinker.”