De minister van Justitie trad af na een terroristische aanslag waarbij twee mensen om het leven kwamen. Maar de schokgolf kan zich nog veel verder verspreiden.
België staat aan de vooravond van een regeringscrisis. De aanleiding was het aftreden van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Hij nam de gevolgen van de fatale aanval op twee Zweden in Brussel op zich. Tunesië, het land van herkomst van de islamistisch gemotiveerde aanvaller, had in augustus vorig jaar om de uitlevering van Abdesalem Lassoued verzocht, maar er werd verder niets gedaan, aldus Van Quickenborne. “Dit was een individuele fout, monumentaal en onaanvaardbaar.” Hij is verantwoordelijk voor de fout.
De oppositie voelde hun kans
De oppositie bekritiseerde dat dit ontslag niet voldoende was gezien de omvang van de mislukking die zich heeft voorgedaan. Velen in Brussel vrezen nu dat als de regering valt, vooral de extreemrechtse partij Vlaams Belang zal profiteren van de escalerende situatie. Na een crisisbijeenkomst van de regering in het weekend werd zondag alleen maar gezegd dat de gebeurtenissen eerst moesten worden verwerkt voordat er verdere beslissingen konden worden genomen.
De 45-jarige Tunesiër, die illegaal in België verbleef, schoot maandagavond voor de EK-kwalificatiewedstrijd tussen België en Zweden in Brussel twee Zweedse fans neer en verwondde twee anderen. De jihadistische militie van Islamitische Staat (ISIS) heeft de verantwoordelijkheid voor de aanval opgeëist. De dader wist aanvankelijk te ontsnappen, maar werd dinsdag opgespoord en neergeschoten door de Belgische politie.
Onderdrukkende taferelen in de regering
Deelnemers aan de wekelijkse ministeriële bijeenkomst van vrijdag in het hoofdkwartier van de Brusselse regering aan de Wetstraat maakten melding van onderdrukkende taferelen. Na het verrassende telefoontje verliet premier Alexander De Croo de zaal en kwam een kwartier later geschokt en bleek terug.
Het regeringshoofd kreeg van de minister van Justitie te horen dat Tunesië op 15 augustus 2022 om de uitlevering van Abdesalem Lassoued had verzocht. Aanvankelijk was onduidelijk waarom het uitleveringsverzoek niet door de verantwoordelijke rechter in behandeling werd genomen. Volgens de rechtbank zijn er vorig jaar 31 internationale uitleveringsverzoeken bij deze rechter ingediend. Dat deed hij, behalve de laatstgenoemde moordenaar.
Het schuldgevoel wendt zich tot Tunesië
Het meest verrassende is dat Nicole De Moor, staatsminister van Migratie, niet lang nadat het misdrijf plaatsvond, de schuld zocht voor de terroristische aanslagen in Tunesië. Hij legde uit dat het in de meeste gevallen het land van herkomst is dat de terugkeer van degenen die risico lopen verhindert. De politicus benadrukte dat Tunesië een van die landen is. Maar in dit geval is dat niet waar; het falen was duidelijk aan de kant van de Belgische autoriteiten.
Intussen is er echter niet alleen discussie over het mislukken van de deportatie van de moordenaar. De regering moet nu ook antwoord geven op de prangende vraag hoe de man, die bekend stond als een bedreiging, meerdere jaren in het land kon blijven zonder inmenging van de Belgische veiligheidsautoriteiten. In dit kader werd ook groot onbegrip geuit over het feit dat de aanvaller niet was geregistreerd in het door de Belgische autoriteiten bijgehouden dreigingsdossier van Ocam.
Dit was te wijten aan het nationale trauma als gevolg van de bloedige aanslagen in Brussel in 2016 waarbij ruim dertig mensen om het leven kwamen. De autoriteiten leken destijds onzorgvuldig te handelen en leken niet de nodige conclusies uit de actie te trekken. Daarom zou de huidige moordaanslag niet alleen de minister kunnen verontrusten, maar ook de hele uitvoerende macht.
“Internet-pionier. Oproerkraaier. Gepassioneerde alcoholliefhebber. Bieradvocaat. Zombie-ninja.”