Rob Shanahan
Derek Smalls, de legendarische bassist van de grootste heavy metalband, Spinal Tap, is terug met een zeer eigentijdse nieuwe single: “Must Crush Barbie”, die wordt beschreven als “een wrede aanval op de roze sensatie… die alles roze en pluizig bepleit. ,Barbie.”
De duidelijk uitgesproken aankondiging vervolgt: “De zelfbeschreven belichaming van warm water bereikt het kookpunt met het eerste nummer van Smalls in vijf jaar.” Het nummer is nu verkrijgbaar via Bottomland Productions / Immortal Records.
“Ik ben het afgelopen jaar ongeveer merkambassadeur geweest voor BruegelCoin, de Nederlandse cryptocurrency”, zegt Smalls – mogelijk acteur Harry Shearer, co-ster van de klassieker ‘This Is Spinal Tap’ uit 1984, die wel of niet een prijs krijgt. vervolg. “Omdat de krater afgelopen voorjaar plaatsvond, volgde ik het nieuws meer dan normaal, en toen werd ik gebombardeerd door alle Barbie BS. Ik weet niet wat mij meer irriteert, maar het is echt moeilijk om liedjes over crypto te schrijven. Maar de ongelooflijke roze schede verdient zeker veel aandacht. En dat is waar ik in beeld kom.”
De officiële biografie van Smalls volgt:
De Stone Road is een rotsachtige weg, en geen enkel leven kan een beter voorbeeld geven dan dat van Derek Albion Smalls.
Derek werd geboren op 1 april ‘honderden jaren vóór het begin van de geschiedenis’ en moest opgroeien als een ‘aprilgrapbaby’. Zijn vader, Donald “Duff” Smalls, voedde Derek op nadat zijn moeder, Dorothy, het huis verliet om zich bij de volledig vrouwelijke tourende jazzband The Hotten Totties aan te sluiten.
Terwijl Derek een rustige schoolcarrière had in zijn geboorteplaats Nilford, aan de rivier de Null in de West Midlands, zette Duff zijn werk als telefoonreiniger voort en werkte hij voor het baanbrekende handelsbedrijf Sani-Phone, totdat het werd geabsorbeerd. door het voormalige British Telecom-bedrijf, volgens toenmalige rapporten, voornamelijk vanwege zijn ‘robuuste incasso-activiteiten’.
Op 17-jarige leeftijd schreef Derek zich in aan de London School of Design, voornamelijk, zoals hij later uitlegde, ‘vanwege zijn initialen.’ Zoals veel kunstacademiestudenten uit die tijd was hij meer geïnteresseerd in muziek en werd hij al snel lid van de blanke Jamaicaanse band Skaface. “Ik heb zelfs nooit geprobeerd gitaar te spelen, omdat hij te veel snaren had en te klein. De bas voelde gewoon goed”, vertelde hij aan Ska News.
Toen Derek in 1967 op een dag door de louche wijk Soho in Londen liep, zag hij op een van de lantaarnpalen in de buurt een bordje Bass Player Wanted hangen. Het bleek dat Ronnie Pudding net de band Spinal Tap had verlaten om een solocarrière na te streven nadat hun eerste single, “Gimme Some Money”, niet in de hitlijsten terechtkwam. Derek paste zich aan en leverde een belangrijke bijdrage aan de sprong van de band in de Flower Power-trend, door in stilte “We love you” te zeggen aan het einde van een optreden van “(Listen To) The Flower People” in de kortstondige tv-muziekshow. laten zien, Bob is je oom.
Tap bouwde vervolgens een reputatie op als een van de hardste bands van Groot-Brittannië. Een reeks ongelukken – scheidingen en reünies, drummers die op een vreemde manier omkwamen – werden vereeuwigd in een film uit 1984. ‘Een bijljob,’ noemde Derek het afwijzend. “Er waren veel avonden waarop we de weg naar het podium vonden, maar dat lieten ze je natuurlijk niet zien.”
Eind jaren tachtig, toen het fortuin van Tap afnam, sloot Derek zich aan bij de christelijke heavy-metalband Lambsblood. Hun beroemdste nummer, ‘Whole Lotta Lord’, kreeg een respectabele verschijning in de christelijke hitlijsten. Om zijn relatie met de bandleden, die allemaal Amerikaans waren, te versterken, liet Smalls een christelijke ‘vis-tatoeage’ zetten. Het toeval wilde dat Tap al snel herenigd werd voor Break Like the Wind uit 1992 en door Amerika toerde. Bang dat hij de tatoeage zou moeten verbergen, huurde Derek een kunstenaar in om hem te repareren, en op het stuk staat nu een demon die een vis eet.
Na die tour ging Tap uit elkaar en herenigde zich nog twee keer, één keer in 2000 voor een Amerikaanse tournee met een historische locatie in New York die Derek op het podium omschreef als ‘Carnegie Fuckin’ Hall’, en in 2009 voor een optreden op het Glastonbury Festival en Wembley. Arena. . Tussendoor bouwde Derek een bijna bloeiende carrière op voor de camera, en bouwde hij uit op een cameo-rol in Spaghetti Eastern, Roma ’79 uit 1979. Hij verscheen in tv-commercials voor het Belgische snackfood Floop en was ooit jurylid (naast de leadzanger van de Europunkband Hot Garage) bij de Nederlandse realitywedstrijdshow RokStarz voordat de show opnieuw werd opgestart als HipHop Heroes of Tomorrow. Derek stapte in deze tijd naar voren als componist; Zijn jingle voor Floop, “I’m in the Floop Group”, haalde regelmatig de krantenkoppen op de Europese televisie totdat de uitgever van “The In Crowd” dreigde een aanklacht in te dienen voor plagiaat.
Het lot van Derek fluctueert als gevolg van zijn romantische verwikkelingen. Zijn oude vriendin, Cindy Stang, gaf een fortuin uit aan royalty’s om haar noodlottige technologie-startup macrame.com te lanceren. Over het project zegt Smalls nu spijtig: “Het was zijn tijd ver vooruit. Of achter de bocht. Of allebei.” Hij ondervond ook persoonlijke problemen, nadat hij twee keer een behandeling had gezocht voor internetverslaving.
In 2019 drukte Smalls zijn stempel op de Europese Lage Landen als merkambassadeur voor BruegelCoin, een in Nederland gevestigde cryptomunt. Hij treedt persoonlijk op buiten de traditionele bankfilialen en doet tv- en persinterviews om cryptocurrencies te promoten. In 2022 stortte BruegelCoin in door een golf van rechtszaken. Derek, die in de nieuwe munteenheid werd betaald, had minder geluk…
“Valt vaak naar beneden. Algemene tv-fan. Ongeneeslijke zombie-fan. Subtiel charmante probleemoplosser. Amateur-ontdekkingsreiziger.”