BERG FUJI: Met miljoenen bezoekers per jaar en bussen, bevoorradingswagens, noedelwinkels en koelkastmagneten is de berg Fuji in Japan niet meer het vredige pelgrimsoord dat het vroeger was.
De autoriteiten hebben inmiddels genoeg van de beweringen dat alleen al het aantal klimmers dat dag en nacht de wereldberoemde vulkaan beklimt, zowel gevaarlijk als ecologisch gênant is.
“De berg Fuji schreeuwde”, zei de regionale gouverneur vorige week.
UNESCO prees het belang van religie en inspiratie voor kunstenaars en voegde in 2013 een “internationaal erkend icoon van Japan” toe aan haar Werelderfgoedlijst.
Maar zoals is gebeurd in plaatsen als Brugge in België of de Suikerbroodberg in Rio de Janeiro, was deze benoeming zowel een zegen als een vloek.
Het bezoekersaantal is tussen 2012 en 2019 meer dan verdubbeld tot 5,1 miljoen, en dat gebeurde alleen in de prefectuur Yamanashi, het belangrijkste startpunt.
DAG EN NACHT
Niet alleen overdag sjokken mensenstromen door het zwarte vulkanische zand op weg naar de 3.776 meter hoge berg.
’s Nachts gaan lange rijen mensen – op weg om de zonsopgang te zien – met fakkels tegen hun hoofd naar boven.
Het belangrijkste startpunt is de parkeerplaats die alleen per taxi of bus kan worden bereikt. De rit duurt een paar uur vanaf Tokio, ongeveer 100 km verderop.
“Ongeneeslijke alcoholfan. Trotse webbeoefenaar. Wannabe gamer. Muziekfanaat. Explorer.”