Februari is bijna voorbij en dat betekent in wielerkringen maar één ding: het is tijd voor Opening Weekend – de jaarlijkse campagne om het doek te trekken voor de rocky classics en, in de ogen van de meeste wielerliefhebbers, de start van het ‘echte’ raceseizoen.
Op zaterdag zullen Tom Pidcock, Annemiek van Vleuten en co. scherpen de ellebogen en maken in Omloop Het Nieuwsblad opnieuw kennis met de beroemde rotsbergen van Vlaanderen.
Nog steeds door puristen aangeduid met zijn meer suggestieve eerdere titel, Het Volk (in feite komen beide namen uit de plaatselijke krant), de semi-klassieke Omloop heeft enkele van de beroemdste beklimmingen van de wielersport op het menu staan - waaronder de legendarische Muur van Geraardsbergen – en fungeert meestal als smakelijk amusement voordat de meer prestigieuze acts in april komen.
Later op zondag staan de mannen- en vrouwenpelotons tegenover respectievelijk de iets minder uitdagende, sprintervriendelijkere, maar nog steeds vrij rotsachtige Kuurne-Brussel-Kuurne en Omloop van het Hageland.
Verwacht dus veel vechten voor positie, explosieve aanvallen, veel frites en enkele van de meest gepassioneerde (en dronken) fans waar dan ook in de wielersport.
> Vlaanderen, patat en positiestrijd: de glorieuze brutaliteit van de Ronde van Vlaanderen
En zoals elk goed fietscliché, zal Opening Weekend zeker hetzelfde jaarlijkse, onvermoeibare debat aanwakkeren.
‘Piekte Ruiter X te vroeg?’
‘Nog een lange weg naar Roubaix.’
‘Gecombineerde Muur en Bosberg terug op zijn rechtmatige plek in Ronde van Vlaanderen’ (Deze kan ik helemaal in handen krijgen.)
Een andere heilige traditie van het openingsweekend, die al meer dan tien jaar duurt, is de jaarlijkse aanval van Tom Boonen op de Taaienberg, een korte, scherpe en golvende heuvel die de drievoudig winnaar van de Ronde van Vlaanderen omschrijft als “mijn klim”.
Tommeke, een van de grootste rockklassiekers aller tijden, heeft nooit echt succes geproefd op de Omloop, ondanks een paar close calls (en een vernederend verlies voor de in de minderheid zijnde Ian Stannard in 2015), hoewel hij er wel in slaagde de volgende te winnen. vandaag drie keer bijeen in Kuurne.
Maar die jaarlijkse golven op de Taaienberg, beenwarmers die langs de kant van de weg worden gedumpt en gezongen door massa’s bierkauwende en morsende Belgen, markeren altijd het eerste teken van fietslente.
Boonen’s intrinsieke band met die specifieke heuvel – natuurlijk de bijnaam Boonenberg – is zo groot dat vorige maand vlakbij de top een bronzen beeld van een van de grootste zonen van Vlaanderen werd onthuld.
Of beter gezegd, er werd een borstbeeld van Boonens voeten onthuld.
Mooie dingen.
Helaas zal het peloton nog een maand moeten wachten om de beroemdste set kegels van België, vereeuwigd in brons, te passeren, waarbij Boonenberg dit jaar ontbreekt op de Omloop-route.
Geïnspireerd door een van de meer unieke beelden van sporticonen die we hebben gezien, hebben we besloten om het Openingsweekend te markeren door een snelle rondleiding te maken door de Belgische verzameling prachtige en nogal grillige wielersculpturen.
In België zijn er, niet verwonderlijk, meer dan 180 standbeelden, monumenten, plaquettes en straatnamen gewijd aan de grootste tweewielige helden van het land, dus we dachten dat we onze collectie zouden beperken tot enkele van de meest in het oog springende of ongewone beelden.
De eerste stop is natuurlijk Taaienberg…
Tom Boonen bronzen poten
WHO: Tom Boonen, viervoudig winnaar van Parijs-Roubaix, drievoudig winnaar van de Ronde van Vlaanderen en Belgische techno-inspiratie
Waar: Maarkedal, vlakbij de top van de Taaienberg
Wat: Een paar benen die op zichzelf staan, uiteraard. Maar het zijn de bekendste benen van België
“Dit is niet jouw typische ex-professionele arrestatie”, zei Tommeke over zijn ongewone eerbetoon. “Ik ben heel trots. Toen ik dit voorstel zag, zei ik meteen: dit is het.”
Om de bronzen cast te creëren voor ‘Boonen Beenen’ (met de fantasierijke titel ‘Boonen Legs’), moet de 42-jarige voormalig wereldkampioen – die vorige maand zei dat hij overwoog om terug te keren naar het racen, maar op gravelbikes – staan tot elke voet gedurende drie uur.
Dat is het niveau van toewijding dat nodig is om de beste Ronde-renner aller tijden te worden… En om de nietsvermoedende renners die de Taaienberg berijden te verbijsteren.
Jef Demuysere ‘alles behalve voeten’
WHO: Jef Demuysere, winnaar Milaan-San Remo 1934
Waar: Wervik, West-Vlaanderen
Wat: Typische voorstelling van een keiharde en onvermoeibare ‘Flandrien’ wielrenner, om de een of andere reden gewoon vast komen te zitten in het bovenbeen
Dus hoe volg je een standbeeld dat maar één paar benen heeft? Door naar een standbeeld te gaan dat amper benen heeft natuurlijk.
Jef Demuysere, bijgenaamd de ‘Vlaamse Stier’, had een indrukwekkende carrière in de jaren 1920 en 1930, waarbij hij tweemaal op het podium van de Tour de France en de Giro d’Italia eindigde, terwijl hij etappezeges behaalde op zowel grote rondes als het winnen van geschenken bergen Tour.
Hij was ook de Belgische nationale kampioen veldrijden en won Milaan-San Remo in 1934, een indrukwekkende prestatie gezien de toenmalige hegemonie van Italië over La Primavera.
Dit standbeeld, onthuld in 2007 ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van zijn geboorte in zijn geboorteplaats Wervik, geeft de essentie weer van zowel het tijdperk (let op de bril en de binnenband rond de torso) als de hardwerkende Vlaming die nooit stierf. flahuteren.
Maar om de een of andere reden kreeg Demuysere een snee in het midden van de dij. Misschien kunnen Jef en Tommeke samenwerken en een onoverwinnelijk beeld creëren?
IJzeren Briek, maar dan kleiner
WHO: Alberic ‘Briek’ Schotte, meervoudig wereldkampioen en Rondewinnaar, en Flandrien van alle Flandriens
Waar: Kanegem, West-Vlaanderen
Wat: Een kleiner dan levensgroot eerbetoon, op verzoek, aan de normaliter nederige Fndrien
Als iemand je zou vragen om de Vlaamse wielercultuur te definiëren, zou je veel slechter kunnen doen dan ze te wijzen op een foto van Briek Schotte.
Als meervoudig winnaar van de wereldkampioenschappen en de Ronde van Vlaanderen, en als tweede eindigend na Gino Bartali in de meedogenloze Tour de France van 1948, was Schotte een van de grote wielrenners van het naoorlogse tijdperk.
Maar meer dan dat, belichaamde hij wat Belgische wielerfans ‘de Flandrien’ noemen: een tonvormige borst, trotserend op het barre weer (zoals de boeren die hem langs de kant van de weg toejuichen), met een onhandige rijstijl en hamerend op de pedalen. en onbuigzame houding.
Hij typeert ook het fatsoen in het hart van de Vlaamse identiteit.
In Harry Pearsons uitstekende verkenning van het Vlaamse wielerknooppunt ‘Het Beest, de Keizer en de Melkboer’ vertelt een buurtbewoner de auteur dat Schotte, toen zijn geboorteplaats Kanegem besloot het te eren met een standbeeld, antwoordde: “Ja, maar op twee voorwaarden: het mag niet groter zijn dan het oorspronkelijke formaat, en ze mogen het niet op een voetstuk plaatsen.
Een echte Fndrien, in elk opzicht.
Odiel Defraeye, veroveraar van Frankrijk
WHO: Odiel Defraeye, de eerste Belgische winnaar van de Tour de France
Waar: Roeselare, West-Vlaanderen
Wat: Defraeye steekt hoog boven zijn Tourroute uit 1912 uit
Als een van de eerste Vlaamse pioniers die groots won buiten de Belgische grenzen, is het misschien geen verrassing dat Odiel Defraeye – de eerste Belgische winnaar van de Tour de France in 1912 (die het jaar daarop ook zegevierde in Milaan-San Remo) – vereeuwigd wordt door een standbeeld dat ook, je raadt het al, een kaart van Frankrijk bevat.
Het standbeeld van Defraeye in Roeselare, ingehuldigd in 2012 ter gelegenheid van 100 jaar na zijn buitengewone Tour-overwinning, laat bezoekers ook de grensoverschrijdende routeplannen van de Tour-organisatoren een eeuw geleden aanschouwen. Kun je je voorstellen dat Twitter toen bestond?
Lucien Buysse, de man die door de muur fietste
WHO: Lucien Buysse, winnaar van de Tour de France 1926
Waar: Wontergem, een dorp nabij Deinze, Oost-Vlaanderen
Wat: Fietsvariaties in ‘Le Passe-muraille’
Een andere Belgische Tour de France-winnaar, Lucien Buysse, domineerde de 1926-editie van de Grande Boucle – met 5.745 kilometer, de langste in de geschiedenis van de race – ondanks het verschrikkelijke nieuws dat zijn dochter tijdens het evenement was overleden.
Hoewel hij zijn hele leven in Oost-Vlaanderen woonde, blonk Buysse uit in het beklimmen van Wallonië en Frankrijk. Maar dat weerhoudt degenen die zijn prestaties herdenken er niet van om hem op ware Flandrien-manier te beschrijven: opgegroeid uit de rockmuziek.
Eddy Merckx, overal
Als een van de weinige racers die de vaak felle verschillen van de Belgische taal en cultuur overstijgt, is het misschien geen verrassing dat Eddy Merckx vereeuwigd is door tal van standbeelden in Vlaanderen en Wallonië.
Deze ietwat ongebruikelijke (ik denk dat kunst subjectief is) onderscheiding werd in 1993 onthuld in Stavelot, op de hellingen van Stockou-strandeen van de bepalende beklimmingen van Luik-Bastenaken-Luik, een klassieke klim die de Cannibals vijf keer won tijdens zijn duizelingwekkende carrière.
Inmiddels staat dit beeld – in de Vlaamse gemeente Brabant Tielt Winge (waar ook de Omloop van het Hageland wordt voltooid) – beschrijft dat Merckx de hoop van België op zijn schouders draagt en het middelpunt vormt van een fietsroute van 30 km door het gebied.
En eindelijk is deze binnen Wolvertem legde het gevoel vast van de ruiters die de kannibaal moesten volgen – hij was overal…
Zoals ik hierboven opmerkte, zijn er bijna 200 prijzen voor wielerlegendes in heel België, dus laat het ons weten als we een heel belangrijke hebben gemist.
En dan zetten we misschien op tijd voor de Ronde van Vlaanderen een tweede onderdeel in elkaar, compleet met een ‘hark for a head’ schrootmonument van Ronde-recordhouder met Achiel Buysse in Wetteren, terwijl we ook het mysterie rond de legendarische transfer van een klassieke renner – maar een andere persoonlijkheid verdeeldheid zaaiend – standbeeld van Rik van Steenbergen in Waregem.
In de tussentijd gewoon achterover leunen, bier drinken, chips eten en genieten van de terugkeer van de rockklassieker…
“Ongeneeslijke alcoholfan. Trotse webbeoefenaar. Wannabe gamer. Muziekfanaat. Explorer.”