Na bijna 30 jaar gericht te zijn geweest op gezondheid en onderwijs, zal België zijn ontwikkelingsinspanningen nu richten op het opleiden van Oegandezen voor banen, zegt de Europese ambassadeur van het land in Kampala, Rudi Veestraeten.
“België is in Oeganda al bijna 30 jaar actief in de gezondheids- en onderwijssector. We verleggen nu de focus van ons bilaterale ontwikkelingsprogramma naar fatsoenlijk werk en vaardigheden voor banen”, zei de heer Veestraeten vorige week tijdens een evenement ter herdenking van Kampala Impact Day in Bugolobi.

Hij merkt op dat training in Oeganda plaatsvindt als een virtuele activiteit, zonder link met het echte leven en werk, en merkt verder op dat het onderwijsmodel van het Oost-Afrikaanse land meer idealistisch en theoretisch dan praktisch is.
“In Oeganda leer je koken op het bord en met krijt, niet in de keuken”, zegt hij.
Om deze verandering te bewerkstelligen, zal België de weg vrijmaken om jonge ondernemers aan te moedigen om landbouw en toerisme op zich te nemen, want “deze sectoren hebben hier een enorm economisch en sociaal potentieel”.
De ambassadeur deed een beroep op actoren uit de particuliere sector om centraal te staan ​​in het programma.

“Als het erop aan komt, doen we een stap terug en laten private actoren hun ding doen. Ze weten beter wat ze nodig hebben”, zei hij.
Hij prees ook de particuliere sector voor het informeren van de regering over de uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd en wat te doen om deze te voorkomen. Hij was echter teleurgesteld over het uitblijven van een reactie van de regering.
“Wat ik in mijn drieënhalf jaar in Oeganda heb gemist, was een constructieve reactie van de Oegandese regering”, zei hij.
Hij gaf de Oegandese regering ook de opdracht om meer te doen met het onderwijssysteem om ruimte te creëren voor training en vaardigheden om Oegandezen voor te bereiden op competitieve banen.